nEPEBOflOBEflEHME
UDC 1751
Jaap Grave
Vrije Universiteit Amsterdam, Netherlands
CENSUUR EN DE NEDERLANDSTALIGE LITERATUUR IN DE DDR*
Voor citaat: Grave J. Censuur en de Nederlandstalige literatuur in de DDR. Scandinavian Philology, 2023, vol. 21, artikel 2, pp. 253-265. https://doi.org/10.21638/11701/spbu21.2023.204
In deze bijdrage geef ik allereerst een uitgebreide schets van de censuur in de DDR. Ik ga uit van een interview uit 2019 met de Duitse schrijver en uitgever Gerhard Wolf. Hij probeert een verklaring te vinden voor de acceptatie in de DDR van de censuur die de nieuwe staat in zijn jeugd invoerde. Daarbij maak ik gebruik van een algemene definitie van censuur die is opgesteld door Christine Haug, ga vervolgens in op de beginjaren van die censuur en maak vervolgens het essentiele verschil duidelijk tussen censuur in de DDR en die in andere communistische landen in Oost-Europa. De censuur in de DDR werd mede gedragen door auteurs die waren teruggekeerd uit ballingschap, zoals Arnold Zweig. Ook citeer ik de waarschuwing van Bertolt Brecht in zijn toneelstuk Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui (1941) tegen het broeiende en nog levendige nationaalsocialistische gedachtegoed. Vervolgens beschrijf ik de HV, de afdeling op het ministerie van Cultuur die zich daar vanaf 1963 met censuur bezig-hield. Ze was niet alleen verantwoordelijk voor de bibliotheken en de gehele literaire productie van de DDR, zoals de verkoop, de import en export, inclusief de import van literatuur uit de Sovjet-Unie maar ook voor de uitwisseling van literatuur tussen de DDR en de BRD. Daarna ga ik in op de inhoud van de leesrapporten: de structuur, de specifieke vragen en de auteurs. Ten slotte beschrijf ik de roman Wolfsgetij van de
* Dit is een bewerking van een lezing die ik op 31 januari 2019 heb gegeven tij-dens het volgende congres: 'Expert meeting Cutting Edge/Eastbound. Conferentie over de verspreiding en receptie van de Nederlandstalige literatuur naar het oosten', 31 januari en 1 februari 2019, Nederlands Instituut Sint-Petersburg.
Nederlandse auteur Theun de Vries en laat zien dat er bij deze uitgave sprake is van twee vormen van censuur.
Sleutelwoorden: censuur, DDR, Nederlandse literatuur, Theun de Vries, vertaling.
In het links-liberale Duitse weekblad Der Freitag ging de schrijver en uitgever Gerhard Wolf (1928-2023), toen weduwnaar van de schrijver Christa Wolf (1929-2011) en zelf ook uitgever en schrijver, tijdens een interview begin 2019 in op verschillende functies van literatuur. Hij noemde onder meer ontspanning en vorming, de opvoeding en ontwik-keling van mensen. Ook de censuur in de DDR kwam ter sprake:
Bij de Leipziger Rundfunk zond hij (Gerhard Wolf, JG) in de jaren vijf-tig eens een gedicht van hem (Rilke, JG) uit. De censor Heinz Höger zei: 'Ach nee, dat is laatburgerlijke kitsch, dat moeten we hier niet uitzenden, maar als ik me 's avonds wil ontspannen, dan lees ik natuurlijk ook Rilke.' Dat werd tegen een hoge functionaris gezegd, die zei: 'Als hij dat leest, doet hij dat dan om zich verder te ontwikkelen of geniet hij er ook van?' Bijna lachwekkend, maar ze hadden tegelijkertijd veel respect voor zulke mannen. Dat waren de oude verzetsstrijders. Die hadden in een concentratiekamp gezeten, sommige waren als antifascisten in ballingschap gegaan. En omdat onze ouders — zoals mijn vader — kleine meelopers waren, zochten we in hen naar echte vaders. Maar zoals later zou blijken, waren er onder hen ook veelgebrokenfiguren' [Leinkauf, 2019]1.
Wolf spreekt hier over zijn generatie, die na de oorlog op zoek was naar voorbeelden, naar vaderfiguren, juist doordat hun biologische va-ders ontbraken of zelden helden waren geweest. Jongeren beschouwden intellectuelen die uit ballingschap waren teruggekeerd en/of in het verzet hadden gezeten als voorbeelden. Wolf maakt verder duidelijk dat zijn ge-
1 Eigen vertaling (geldt voor dit en andere citaten). In het origineel: 'Beim Leipziger Rundfunk sendete er (Gerhard Wolf, JG) in den 1950er Jahren mal ein Gedicht von ihm (Rilke, JG). Der Zensor Heinz Höger sagte: "Ach nee, das ist spätbürgerlicher Kram, das muss bei uns nicht sein, aber wenn ich mich abends erholen will, lese ich natürlich auch Rilke." Das wurde einem höheren Funktionär mitgeteilt und der sagte: "Wenn er das liest, macht er das, um sich weiterzubilden, oder hat er Genuss dabei?" Fast lächerlich, aber gleichzeitig hatten sie eine große Achtung vor solchen Männern. Es waren die alten Widerstandskämpfer. Die hatten im KZ gesessen, manche waren als Antifaschisten in der Emigration. Und weil unsere Eltern — so wie mein Vater — kleine Mitläufer waren, suchten wir in ihnen nach den richtigen Vätern. Aber unter ihnen gab es auch sehr gebrochene Gestalten, wie sich später zeigte.'
neratie veel van deze voorbeelden accepteerde, vermoedelijk te veel, want op het gebied van literatuur was dat bijvoorbeeld censuur. Voor ik inga op vertalingen van Nederlandstalige literatuur in de DDR en zal analyseren welke gevolgen de censuur had voor de vertaling en publicatie van een van de boeken van Theun de Vries (1907-2005), de meest vertaalde auteur aldaar, volgt eerste een schets van de censuur in de DDR2.
1. CENSUUR
Censuur is veelomvattend en zo oud als de media zelf. De hoogleraar boekwetenschap Christine Haug omschrijft literaire censuur als volgt:
...alle geïnstitutionaliseerde (formele) en niet gelegitimeerde, bijvoorbeeld door sociale en economische druk afgedwongen (informele) maatregelen van staat en Kerk die tot doel hebben de literaire communicatie te controleren, te blokkeren en te kanaliseren [Haug, 2013, p. 821-822]3.
In de praktijk betekent dit, vervolgt zij, de controle van de literaire productie- en distributieprocessen met behulp van legale, juridische, economische, sociale en politieke middelen. Waarbij deze middelen, voeg ik eraan toe, niet altijd eenvoudig van elkaar te onderscheiden zijn. Tot censuur rekent zij ook de controle van het discours.
De DDR beschikte over een wettelijk gelegitimeerd censuursysteem4. Na de Tweede Wereldoorlog werd censuur daar en nog voordat de DDR in 1949 werd gesticht, allereerst toegepast door de bezettingsmacht, de Sovjet-Unie: zij publiceerde van 1946 tot 1953 lijsten met boektitels die uit boekwinkels en algemene bibliotheken, zogenaamde 'Volksbibliotheken', moesten worden verwijderd [Deutsche Verwaltung, 1946; Deutsche
2 Over Nederlandstalige literatuur en Theun de Vries in de DDR publiceerde ik eerder [Grave, 2018a, p. 7-18; Grave, 2018b, p. 65-67; Grave, 2018c, p. 68-79]. Die artikelen versehenen op basis van de lezingen van een congres over Scandina-vische en Nederlandse literatuur in Oost-Europa, dat op 17 en 18 februari 2017 aan de Staatsuniversiteit Sint-Petersburg en op het Nederlands Instituut Sint-Petersburg (NIP) plaatsvond.
3 In het origineel: 'alle staatlich und kirchlich institutionalisierten (formellen) sowie nicht legitimierten, z.B. durch sozialen oder ökonomischen Druck durchgesetzten (informellen) Maßnahmen, die eine Überwachung, Hemmung und Kanalisierung von literar. Kommunikation intendieren.'
4 Over de censuur in de DDR bestaan enkele basiswerken [Wichner, Wiesner, 1993]; [Barck, Langermann, Lokatis, 1997].
Verwaltung, 1947; Deutsche Verwaltung, 1948; Ministerium für Volksbildung, 1953]5. Het betrof naast alle schoolboeken uit de jaren 19331945 ook boeken met een nationaalsocialistische, de oorlog verheerlij-kende inhoud en werken die tegen de bezettingsmacht en het communisme gericht waren. De literatuurwetenschapper Dietrich Löffler betoogt in zijn studie Buch und Lesen in der DDR. Ein literatursoziologischer Rückblick (2011) dat dit twee redenen had: allereerst vormden ze een bedrei-ging voor de opbouw van de communistische staat en ten tweede wilden de nieuwe communistische machthebbers op die manier het vertrouwen terugwinnen van intellectuelen en auteurs die uit ballingschap waren teruggekeerd. Niet alleen primaire literatuur van prominente auteurs als Will Vesper (1882-1962) en Ernst Jünger (1895-1998) stond op de lijst, maar ook werken van nu vergeten neerlandici zoals Hermann Wirth (1885-1981) en Marcel Breyne (1890-1972), die beiden aan de universi-teit van Berlijn hebben gedoceerd, en van Otto Hauser (1876-1944) en Wilhelm Spohr (1868-1959), rond 1900 vertalers en bemiddelaars van Nederlandstalige literatuur6. Afgezien van Jünger en Spohr waren zij overtuigde nationaalsocialisten. Censuur werd in die eerste jaren breed gedragen, ook intellectuelen die terugkeerden uit ballingschap waren het erover eens dat bepaalde boeken of passages verboden moesten worden. Dat het gedachtegoed van het nationaalsocialisme na 1945 nog vrucht-baar zou zijn, benadrukte Bertolt Brecht (1898-1956) met de volgende regels in de epiloog van zijn toneelstuk Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui (1941, première in 1958 in de BRD, 1959 in de DDR):
Ihr aber lernet, wie man sieht statt stiert
Und handelt, statt zu reden noch und noch.
So was hätt ' einmal fast die Welt regiert!
Die Völker wurden seiner Herr, jedoch
Daß keiner uns zu früh da triumphiert —
Der Schoß ist fruchtbar noch, aus dem das kroch!
[Brecht, 1991, p. 112]
5 Olaf Simons, van wie commentaar bij de internetpublicatie van de lijsten is versehenen, schrijft dat meestal ter plekke werd besloten welke boeken moesten worden verwijderd en dat er geen overleg tussen de geallieerden plaatsvond over de vraag welke boeken verwijderd moesten worden [Deutsche Verwaltung, 1948].
6 De lijsten waren niet volledig. Bibliothecarissen en docenten konden ook zelf beslissen om boeken niet te gebruiken of uit te lenen.
Löffler laat zien dat bijvoorbeeld Arnold Zweig (1887-1968), die in 1933 via Frankrijk naar Palestina was gevlucht en zich in 1948 in Oost-Berlijn vestigde, passages of namen in zijn romans schrapte. De verantwoordelijkheid die hij en andere schrijvers voor het nieuwe Duitsland voelden, vormde de basis van zelfcensuur — althans, tot begin jaren vijftig [Löffler, 2011, p. 134]. Dit is de tijd waar Gerhard Wolf het over had en juist de schrijvers die het systeem steunden en uitvoer-den, waren morele instanties en voorbeelden.
De censuur, die eerst uit titels van werken op lijsten bestond, werd al snel geïnstitutionaliseerd. In 1947 viel de censuur onder de 'kultureller Beirat bei der Deutschen Verwaltung für Volksbildung' (Culturele adviesraad bij het Duitse bestuur voor de Volksopvoeding). De afdeling in het ministerie van Cultuur, waar werd beoordeeld of het manuscript gedrukt kon worden ('Staatliche Druckgenehmigungsverfahren der Hauptverwaltung Verlage und Buchhandlung im Ministerium für Kultur', afgekort met HV) nam dit bij de oprichting in 1963 over. De HV was betrokken bij elke boekuitgave met een oplage van meer dan honderd exemplaren. Ze was verantwoordelijk voor de bibliotheken en de gehele literaire productie van de DDR, zoals de verkoop, de import en export, inclusief de import van literatuur uit de Sovjet-Unie en de uitwisseling van literatuur tussen de DDR en de BRD [Barck, Langermann, Lokatis, 1997, p. 11, 22]. Er was met de HV een apparaat ontstaan dat veel verder ging dan alleen censuur. De politiek in de DDR was erop gericht 'alle maatschappelijke processen volgens centralistische principes te sturen en te controleren' en be-schouwde daarom ook de literaire openbaarheid als instrument om de ontwikkeling van literatuur en haar lezers te beïnvloeden [Barck, Langermann, Lokatis, 1997, p. 318]7.
Het bijzondere van de censuur in de DDR was, aldus Löffler, dat ze officieel aan het slot van het productieproces plaatsvond en gestuurd werd door het ministerie van Cultuur [Löffler, 2011, p. 127]. Simone Barck, Martina Langermann en Siegfried Lokatis merken in "Jedes Buch ein Abenteuer". Zensur-System und literarische Öffentlichkeiten in der DDR bis Ende der sechziger Jahre (1997) op dat de censuur in de DDR een speciaal karakter had. Ze was vrij van 'methodologische voorbeel-
7 In het origineel: 'alle gesellschaftlichen Prozesse nach zentralistischen Prinzipien zu lenken und zu beherrschen', 'mit dem die Entwicklung der Literatur und ihrer Leser zu beeinflussen war.
den' en niet vergelijkbaar met de censuur tijdens het Derde Rijk of de censuur in andere communistische landen in Oost-Europa: de DDR had zieh toegelegd op de 'antifascistische heropvoeding' van de bevolking en de censuur was geenszins een 'dichotome relatie' tussen een staat die de censuur uitoefende en de te censureren literatuur of de te censure-ren auteur, maar bestond eerder uit 'meerdere processen en interventies waarbij talrijke actoren betrokken waren' [Barck, Langermann, Lokatis, 1997, 10f.]8.
Er was een essentieel verschil tussen auteurs uit de DDR en auteurs van wie het werk in vertaling verscheen, zoals auteurs uit het Nederlandse taalgebied. Een boek bij een uitgeverij ontstaat vrijwel overal ter wereld in nauw overleg tussen auteur en redacteur. En het ligt voor de hand dat er tijdens het overleg tussen DDR-auteur en DDR-uitgever discussies werden gevoerd over onderwerpen die in de DDR taboe waren of gevoelig lagen. Het was het doel van beiden, schrijft Löffler, om het boek te publiceren en de meeste auteurs werkten noodgedwongen mee aan de praktijk van censuur en hielden er vermoedelijk al rekening mee bij het schrijven — en dat gold ver-moedelijk ook voor een groot aantal medewerkers van uitgeverijen. Als de HV toestemming voor de druk weigerde of een boek na publi-catie uit de winkels en bibliotheken moest worden genomen, had dat vervelende gevolgen voor medewerkers van HV en uitgeverij [Löffler, 2011, p. 129]. Voor boeken die buiten de DDR waren verschenen en vertaald moesten worden, lag de situatie anders. Op de vraag of daar nog passages in werden gewijzigd voor het in de DDR werd gepu-bliceerd, kom ik straks nog terug.
Leesrapporten (in het Duits 'Gutachten') hadden — en hebben — een belangrijke functie bij de totstandkoming van het besluit om een boek te publiceren. Ze werden in de DDR geschreven door medewer-kers van de uitgeverij en daarbuiten en medewerkers van de HV. De
8 In het origineel: 'methodische Vorbilder', 'antifaschistische Umerziehung', 'dichotomisches Verhältnis, 'vielfältigen Prozessen und Eingriffen, an denen zahlreiche Akteure beteiligt waren'. Het waren echter niet alleen politieke aspecten die be-paalden of een boek al dan niet werd uitgegeven, ook economische aspecten. Drukvo-orwaarden en papierverbruik spelen een belangrijke rol bij elke boekpublicatie, maar in het geval van internationale literatuur zijn er ook vertaalkosten en de rechten. Hier-voor was in de DDR buitenlands geld nodig, waarvan er altijd te weinig was. Het was dus niet altijd te wijten aan censuur als een boek niet werd uitgegeven, het kon ook gewoon te wijten zijn aan een gebrek aan vreemde valuta of zelfs gebrek aan papier.
auteurs moesten over bepaalde vaardigheden beschikken. Ze moesten bijvoorbeeld gespecialiseerd zijn in het betreffende vakgebied en de ideologie van partij en regering steunen [Barck, Langermann, Lokatis, 1997, 193f.]. Leesrapporten voor Nederlandstalige literatuur werden geschreven door vertalers als Alfred Antkowiak, Hans Herrfurth en Udo Birckholz, auteurs en vertalers als Hans-Joachim Schädlich, die de DDR in 1976 verliet, en de neerlandici van de universiteit Leipzig Gerhart Worgt, de opvolger van Theodor Frings en Helga Hipp. De aca-demische neerlandistiek was nauw betrokken bij dit proces, want ook Herrfurth had Nederlands gestudeerd.
Christine Horn, die voor de HV heeft gewerkt, schreef in 1994 over deze rapporten:
Bij adviezen en leesrapporten die voor de afdeling cultuur werden ge-schreven, was het raadzaam een kritisch oordeel over het bijgevoegde manuscript te presenteren en vervolgens te pleiten voor een publicatie met argumenten die afcomstig waren uit het politieke en culturele domein of uit de biografie of literatuuropvatting van de auteur. <...> Het was ook niet erg bevorderlijk om literaire criteria te gebruiken — persoonstekst, doel, algeme-ne uitspraken, — dat werd beschouwd als intellectuele dwaasheid. Men vatte iedere zin letterlijk op [Horn, 1994]9.
Beoordeelden zij de manuscripten aan de hand van vaste richtlij -nen? Nee, schrijft Horn, maar er waren wel 'onuitgesproken waarheden die in de literatuur tot uitdrukking kwamen en die men aanviel' [Horn, 2014]10. Gevoelig lagen onder meer beschrijvingen van mensen die de DDR wilden verlaten, het gebrek aan milieubescherming, satirische karakteriseringen van mensen in staatsdienst (onderwijs, partijleden, binnenlandse veiligheid), criminaliteit en andere negatieve kenmerken van de staat. Ook politieke opvattingen (over de arbeidersbeweging, het
9 In het origineel: 'Bei Stellungnahmen und Gutachten, die für die Kulturabteilung verfasst wurden, war es zweckmäßig, ein kritisches Urteil zum vorliegenden Manuskript zu präsentieren und dann aus politischen, kultur- oder autorenpolitischen Gründen für eine Veröffentlichung zu plädieren. <.. .> Es war auch nicht besonders günstig, literarische Kriterien ins Feld zu führen — Personensprache, Anliegen, Gesamtaussagen, — das wurde als intellektuelle Spinnerei abgetan. Jeden Satz wurden beim Wort genommen' [Horn, 2014].
10 In het origineel: 'unausgesprochenen Wahrheiten, die in der Literatur ihren Ausdruck fanden, zu Angriffspunkten wurden' [Horn, 2014].
fascisme en de communistische partij) die niet conform de partijlijn waren, werden niet geaccepteerd. Er moest verder een positief beeld van de Sovjet-Unie worden geschetst en de communistische partij en haar leidende rol mochten niet ter discussie worden gesteld. Op elk formulier dat bij de leesrapporten is gevoegd, staan ook vragen, onder andere of de politiek-ideologische inhoud van het manuscript voldoet aan de maatschappelijke behoefte11. De verantwoordelijke in de HV kon, indien nodig, nog enkele leesrapporten vanbuiten ('Außengutachten') aanvragen, hoofdzakelijk om zijn of haar eigen mening te toetsen, aldus Horn [Horn, 2014]. De leesrapporten waren een element van de censuur. Barck, Langermann en Lokatis karakteriseren de taal van de leesrapporten als 'Herrschaftssprache', de taal van de macht [Barck, Langermann, Lokatis, 1997, p. 14].
Tijdens de zesde partijbijeenkomst van het Centraal Comité van de SED (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands; Socialistische Een-heidspartij van Duitsland) in 1972 werd kritiek geuit op de het werk van de HV. De critici pleitten voor een open debat en waren tegen geheime censuur: de leesrapporten zouden openbaar gemaakt moe-ten worden en de uitgeverijen zouden zelf verantwoordelijk voor de publicaties moeten zijn. In de jaren tachtig werd de censuur minder streng, betoogt Löffler. De kunst kreeg vervolgens meer vrijheid, maar literatuur waarin racisme of fascisme werd gepropageerd en de oorlog werd verheerlijkt bleef verboden. Geldt dat ook voor vertaalde Nederlandstalige literatuur?
11 Op de leesrapporten zijn de volgende vragen te vinden: 'a. Weshalb wurde das Buch in den Jahresthemenplan aufgenommen? Entspricht der Titel den von der Literatur-Arbeitsgemeinschaft bestätigten Grundsätzen des Literaturentwicklungsprogramms? b. Entspricht der politisch-ideologische Gehalt und die wissenschaftliche Qualität den gesellschaftlichen Bedürfnissen? c. Kurze Charakterisierung des Autors d. Für welchen Leserkreis ist die Publikation bestimmt und ist die inhaltliche Gestaltung und die Form der Darstellung dementsprechend? e. Hinweis auf alle ideologischen Probleme, die im Zusammenhang mit der Bearbeitung des Manuskripts aufgetreten sind.' In het Nederlands: 'a. Waarom is het boek opgenomen in het jaarlijkse themaplan? Komt de titel overeen met de principes van het literatuurontwikkelings-programma bevestigd door de literatuurwerkgroep? b. Komt de politiek-ideologische inhoud en de wetenschappelijke kwaliteit overeen met de maatschappelijke behoeften? c. Korte typering van de auteur d. Voor welk publiek is de publicatie bedoeld en is de inhoud en presentatievorm passend? e. Verwijzing naar eventuele ideologische problemen die zich hebben voorgedaan bij de redactie van het manuscript.'
2. WOLFSGETIJ VAN THEUN DE VRIES
Om vast te stellen of er in de publicaties van Nederlandstalige litera-tuur censuur plaatsvond, is het zinvol om leesrapporten te onderzoeken. Veel daarvan zijn online op de site van het Bundesarchiv in te zien. Er zijn geen leesrapporten bewaard gebleven over werken die niet werden gepubliceerd.
Wel zijn er leesrapporten waarin melding wordt gemaakt van coupures, ingrepen in teksten met toestemming van de auteur. Een casus heb ik eerder en elders al kort beschreven; het betreft de roman Een spook waart door Europa (1948) van Theun de Vries die in 1953 onder de titel Feuertaufe in de DDR zou verschijnen [Grave, 2018a, p. 7]. Hier wil ik ingaan op een andere roman van De Vries, Het Wolfsgetij of Een leven van liefde (in het Duits: Wolfszeit) [De Vries, 1965; De Vries, 1983].
Op Het Wolfsgetij zijn twee praktijken van censuur van toepassing: de roman had in 1968 de toestemming voor druk gekregen en zou in pro-ductie gaan, maar dat was het jaar waarin de troepen van het Warschaupact Tsjechoslowakije binnenvielen. De Vries stuurde vervolgens een telegram naar de Akademie der Künste in de DDR met de mededeling dat hij tegen de inval protesteerde en hij zegde zijn lidmaatschap op12. De roman ver-scheen niet, vanuit het standpunt van de DDR begrijpelijk, want De Vries had zijn banden met het communisme verbroken en bekritiseerde de par-tij. De distributie werd geblokkeerd, een van de elementen van censuur. Opmerkelijk genoeg verscheen het boek alsnog in 1983.
De tweede vorm van censuur die op Het Wolfsgetij van toepassing is, betreft de inhoudelijke wijzigingen die tijdens het productieproces voor 1968 plaatsvonden. In het leesrapport wordt bericht dat er in en buiten de redactievergaderingen is besloten dat in de tekst zou worden ingegre-pen. Waar gaat het om? Er is geen sprake van pornografie, beklemtoont de redacteur Ronald Links en daarom heeft De Vries onmiddellijk in-gestemd met coupures. 'We deden dat niet', vervolgt Links, 'omdat we geconfronteerd waren met kleinburgerlijke taboes, maar wel vanuit de overtuiging dat ons publiek niet door zulke details moest worden ge-stoord om het morele verval van deze romanfiguur te begrijpen'13. Om
12 Telegram van De Vries aan de Akademie der Künste, 9 september 1968, signa-tuur ADK-O, HAM2.
13 In het origineel: 'Wir taten das nicht, weil etwa wir uns von kleinbürgerlichen Tabus umgeben fühlen, sondern in der Überzeugung, daß unser Publikum nicht durch Details geschockt werden muß, um den moralischen Verfall dieser Romanfigur
te verduidelijken waarom in de DDR-uitgave wijzigingen nodig zijn, gaat hij in op de verschillen tussen Nederland en de DDR: in Nederland verschuiven de middelen om lezers te prikkelen (hij gebruikt het woord 'Reizschwelle') voortdurend en doordat de grens waarna lezers nog ge-prikkeld worden er veel hoger ligt moeten de auteurs ook naar steeds drastischer middelen grijpen. In de DDR ligt die grens lager en daarom kunnen gedetailleerde beschrijvingen van seksuele handelingen ook een sensationeel, interessant en aantrekkelijk effect hebben, zelfs als duide-lijk het tegendeel bedoeld was. De politieke strekking van de roman is niet gewijzigd, schrijft hij en distantieert zich met de volgende woorden van de wijzigingen: 'Het heeft misschien met mijn persoonlijke "Reizschwelle" te maken, dat ik het te droog vind maar dat heeft hooguit gevolgen voor de afzet en niet voor de toestemming om het boek te publiceren'14. Opmerkelijk is dat hij zich persoonlijk van de censuur distantieert.
3. BESLUIT
Censuur werd in de DDR in de eerste vijftien tot twintig jaar gesteund door veel intellectuelen, want in tegenstelling tot andere Oost-Europese communistische staten moest vrijwel een heel volk heropgevoed worden. De generatie intellectuelen, die aanvankelijk in moreel opzicht een voorbeeld was voor veel jongeren, zoals Gerhard Wolf in het inleidende citaat verduidelijkt, verloor langzaam aan autoriteit en invloed. Het marxisme-leninisme had de hegemonie in grote delen van de maatschappij veroverd, het had de sociale werkelijkheden en verhoudingen via dis-cursieve praktijken ('Herrschaftssprache') geconstrueerd en deze con-structies hadden het karakter van vanzelfsprekendheden gekregen.
Bij vertaalde literatuur werkte censuur anders dan oorspronkelijk in de DDR geschreven en gepubliceerde literatuur. Bij die laatste werken vermeed de auteur zelf wellicht al bepaalde gevoelige onderwerpen of werden passages in overleg met de redacteur van de uitgever geschrapt. Aan de hand van de roman Het Wolfsgetij van Theun de Vries wordt
zu begreifen.' Gutachten Roland Links, 12 december 1967, p. 3. Bundesarchiv, signa-tuur DR1/2337a, 410.
14 In het origineel: 'Vielleicht hat es mit meiner persönlichen Reizschwelle zu tun, daß ich es nun schon fast zu spröde finde, aber das kann höchstens den Absatz und nicht die Druckgenehmigung berühren.' Gutachten Roland Links, 12 december 1967, Bundesarchiv, signatuur DR1/2337a, 411.
duidelijk dat er twee vormen van censuur op deze uitgave van toepassing zijn: allereerst werd het boek niet gepubliceerd omdat De Vries in 1968 protesteerde tegen de inval van troepen van het Warschaupact in Tsjechoslowakije. Ten tweede werden er in de uitgave die in 1983 ver-scheen, passages geschrapt met een, volgens de redacteur van Volk und Welt, voor de lezers in de DDR te expliciete seksuele inhoud.
REFERENCES
Barck S., Langermann M., Lokatis S. "Jedes Buch ein Abenteuer". Zensur-System und literarische Öffentlichkeiten in der DDR bis Ende der sechziger Jahre. Berlin: Akademie Verlag, 1997. 453 p. (= Zeithistorische Studien. Hrsg. vom Zentrum fur Zeithistorische Forschung Potsdam e.V., Band 9). Brecht B. Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui. Bertolt Brecht, Stücke, 7. Berlin; Weimar: Aufhau Verlag; Frankfurt am Main: Suhrkamp Verlag, 1991. P. 7-115. (= Große kommentierte Berliner und Frankfurter Ausgabe). Deutsche Verwaltung für Volksbildung in der sowjetischen Besatzungszone (ed.). Liste der auszusondernden Literatur. Vorläufige Ausgabe. Berlin: Zentralverlag, 1946. Available at: http://www.polunbi.de/bibliothek/1946-nslit.html (accessed: 29.07.2023).
Deutsche Verwaltung für Volksbildung in der sowjetischen Besatzungszone (ed.). Liste der auszusondernden Literatur. Erster Nachtrag. Berlin: Zentralverlag, 1947. Available at: http://www.polunbi.de/bibliothek/1947-nslit-s.html (accessed: 29.06.2023).
Deutsche Verwaltung fur Volksbildung in der sowjetischen Besatzungszone (ed.); Simons O. (Einordnung, 2005). Liste der auszusondernden Literatur. Zweiter Nachtrag. Berlin: Deutscher Zentralverlag, 1948. Available at: http://www.po-lunbi.de/bibliothek/1948-nslit.html (accessed: 29.06.2023). Grave J. Eva Schumann translates Theun de Vries in the GDR. Transfer of Dutch, Flemish and Scandinavian Literature to Eastern Europe 1945-1990. For the 20th anniversary of the NIP. Eds J. Grave, I. Michajlova. Moscow: Nauka Publ., 2018c. P. 68-79.
Grave J. The GDR and Dutch literature. Transfer of Dutch, Flemish and Scandinavian Literature to Eastern Europe 1945-1990. For the 20th anniversary of the NIP. Eds J. Grave, I. Michajlova. Moscow: Nauka Publ., 2018a. P. 7-18. Grave J. Theun de Vries in Eastern Europe 1945-1990. Transfer of Dutch, Flemish and Scandinavian Literatures to Eastern Europe 1945-1990. For the 20th anniversary of the NIP. Eds J. Grave, I. Michajlova. Moscow: Nauka Publ., 2018b. P. 65-67.
Haug C. Zensur, literarische. Metzler Literatur- und Kulturtheorie. Ansätze — Personen — Grundbegriffe (fünfte, aktualisierte und erweiterte Auflage). Ed. A. Nünning. Stuttgart; Weimar: Verlag J. B. Metzler, 2013. P. 821-822.
Horn C. Staatliche Literaturaufsicht. Themenplan und Druckgenehmigungsverfahren. Seinerzeit dachten wir an Schadensbegrenzung. Innensicht einer Sektorleiterin. Vom Autor zur Zensurakte: Abenteuer im Leseland DDR. Eds S. Lokatis, T. Rost, G. Steuer. Halle: Mitteldeutscher Verlag, 2014. P. 15-34. Leinkauf M. Es gab bei uns etwas Unergründliches. Freitag, nr. 1, 2019. Available at: https://www.freitag.de/autoren/maxi-leinkauf/es-gab-bei-uns-was-uner-gruendliches (accessed: 30.07.2023). Löffler D. Buch und Lesen in der DDR. Berlin: Ch. Links Verlag, 2011. 450 p. Ministerium für Volksbildung der Deutschen Demokratischen Republik (ed.). Liste der auszusondernden Literatur. Dritter Nachtrag. Berlin: VEB Deutscher Zentralverlag, 1953. Available at: http://www.polunbi.de/bibliothek/1953-nslit.html (accessed: 26.06.2023). Vries T. de. Het Wolfsgetij of Een leven van liefde. Amsterdam: Pegasus, 1965. 295 p. Vries T. de. Wolfszeit. Roman. Aus dem Niederländischen von Udo Birckholz.
Berlin: Verlag Volk und Welt, 1983. 324 p. Wichner E., Wiesner H. (eds). Literaturentwicklungsprozesse. Die Zensur in der Literatur in der DDR. Frankfurt am Main: Suhrkamp, 1993. 228 p.
Jaap Grave
Vrije Universiteit Amsterdam, Netherlands
CENSORSHIP IN THE DUTCH-LANGUAGE LITERATURE THE GDR*
For citation: Grave J. Censorship in the Dutch-language literature the GDR. Scandinavian Philology, 2023, vol. 21, issue 2, pp. 253-265. https://doi.org/10.21638/11701/spbu21.2023.204 (In Dutch)
In this article, I first give a detailed sketch of censorship in the GDR. I start from a 2019 interview with German writer and publisher Gerhard Wolf. He tries to explain the acceptance in the GDR of the censorship introduced by the new state in his youth. In doing so, I use a general definition of censorship drawn up by Christine Haug, then go into the early years of that censorship and then make clear the essential difference between censorship in the GDR and that in other communist countries in Eastern Europe during these years. Censorship in the GDR was supported in part by authors who had returned from exile, such as Arnold Zweig. I also quote Bertolt Brecht's warning in his play Der aufhaltsame Aufstieg des Arturo Ui (1941; The Resistible Rise of Arturo Ui) against the still vibrant National Socialist ideology in the years after 1945. Next, I describe the HV, the department at the Ministry of Culture that dealt with censorship from 1963. It was responsible not only for the libraries and the GDR's entire literary production, such as sales, imports and exports, including the import of literature from the Soviet Union but also for the exchange of literature between the GDR and the
* This is an adaptation of a lecture I gave on January 31, 2019 during the following conference: "Cutting Edge/Eastbound Expert Meeting. Conference on the Dissemination and Reception of Dutch Literature in the East", January 31 and February 1, 2019, the Netherlands Institute in St. Petersburg.
BRD. I then discuss the content of the reading reports: the structure, the specific questions and the authors Finally, I describe the novel Wolfsgetij by Dutch author Theun de Vries and show that this edition involves two forms of censorship.
Keywords: censorship, GDR, Dutch literature, Theun de Vries, translation.
Jaap Grave
PhD in Germanic Languages (Dutch and German), Vrije Universiteit Amsterdam,
1105, De Boelelaan, Amsterdam, 1081 HV, Netherlands E-mail: jaap.grave@gmx.de
Received: July 2, 2023 Accepted: July 14, 2023